ABSTRACT

Vergroting van het inzicht in de wiskunde en de mogelijkheid van nieuwe uitvindingen reiken tot in het oneindige; zo ook de ontdekking van nieuwe eigenschappen van de natuur, nieuwe krachten en wetten, door continue ervaringen en het onder één noemer brengen daarvan door de ratio die daarin het gelijke herkent. Desondanks moeten wij niet verzuimen hier de grenzen te zien, want de wiskunde betrekt zich alleen op verschijningen, en datgene wat geen object van de zintuiglijke aanschouwing kan zijn, zoals de begrippen van de metafysica en de ethiek, ligt geheel buiten haar bereik.