ABSTRACT

Fill in the blanks with je, men or ze. Sometimes, you can use more than one form, but note the verb form, which limits your options.

1 Bij die kapper krijg ______ een kop koffie als ______ moet wachten. 2 ______ hebben hier onder de grond een graf uit de middeleeuwen

gevonden. 3 Als ______ lid bent van die club, heb ______ recht op 20% korting op

consumpties. 4 ______ mag in dit natuurreservaat in het broedseizoen niet wandelen. 5 In dit hotel doen ze alles voor ______; wat een geweldige service!