ABSTRACT

We drinken altijd water bij het eten. Meestal eten we aardappels, vlees en groente. We eten ook vaak pasta of rijst. Ik maak regelmatig een flesje wijn open. Soms gaan we naar de pizzeria. We halen zelden iets van de Chinees. We eten nooit bij McDonald’s. We always drink water with our dinner. Most of the time (usually) we eat potatoes, meat, and vegetables. We also often eat pasta or rice. I regularly open a bottle of wine. Sometimes we go to the pizzeria. We seldom go to the Chinese take-out. We never eat at McDonald’s.