ABSTRACT

Waardoor is een daad goed of kwaad? Wat bedoelen we wanneer we zeggen dat iemand iets bepaalds wel of niet mag doen? Hoe moeten we leven? Dat zijn fundamentele vragen waarover filosofen al duizenden jaren argumenteren. Als we niet kunnen zeggen waarom zaken als marteling, moord, wreedheid, slavernij, verkrachting en diefstal verkeerd zijn, wat rechtvaardigt dan onze pogingen ze te voorkomen? Is moraal simpelweg een kwestie van vooroordelen, of kunnen we onze morele overtuigingen met goede redenen omkleden? Het onderdeel van de filosofie dat zich met zulke vragen bezighoudt, wordt meestal ethiek of zedenleer genoemd – ik zal deze termen hier afwisselend gebruiken.